W

In 2000 begonnen wij, Jan en Henny Entjes, vol enthousiasme aan de bouw van Melody Ranch. Het was een droom die werkelijkheid werd, en in 2001 mochten we onze eerste gasten verwelkomen. Wat volgde, waren ruim twintig prachtige jaren waarin we hebben genoten van het leven op de ranch, bijzondere ontmoetingen en talloze onvergetelijke herinneringen. Samen met onze kinderen Jeffrey en Darryl hebben we vele reizen gemaakt naar Amerika en Canada en hebben we vele “guest ranches” bezocht. 

Wij zijn Jeffrey en Marieke. Jeffrey is opgegroeid op Melody Ranch. Op 23 juni 2023 zijn we getrouwd en het feest hebben we gehouden op Melody Ranch. We wonen naast Jan en Henny in in een Canadese log home. Marieke doet samen met Henny de administratie en de ontvangst van de gasten. Daarnaast werk ze nog een aantal dagen als paraveterinair dierenartsassistent. Jeffrey werkt als beeldbewerker (image wizard) bij Tiny Giants in Enschede.

THE MELODY RANCH STORY
Auteur
Jan Entjes

“Hoe kom je toch op zo’n idee en hebben jullie dit zelf gebouwd?” Henny antwoord dan vaak Jan is de bedenker en samen hebben we Melody Ranch gebouwd. Hoe Melody Ranch is ontstaan vertel ik je graag. 

Toen ik Henny voor het eerst bij mijn ouders thuis kwam gaf mijn moeder aan: “ga maar naar boven Jan zit daar gitaar te spelen”. Henny werkt al vanaf haar zestiende jaar als administratief medewerkster bij de veevoederfabriek in Den Ham. We zijn getrouwd op 8 april 1983 toen we 21 jaar oud waren. In 1989 maakten we onze eerste reis naar Amerika gegaan en toen is ook onze passie voor Amerika ontstaan. Inmiddels zijn ook onze kinderen Jeffrey en Darryl besmet met het Amerika virus.

In het begin van ons huwelijk was ik werkzaam in de metaal, maar mijn passie lag bij de muziek. Toen ik 29 jaar oud was werd ik beroepsmuzikant. Als zanger van een Top 40-coverband trad ik in de jaren tachtig op in grote discotheken door heel Nederland. Tijdens deze periode nam ik pianolessen en studeerde ik een tijdje saxofoon in Hilversum.

Na de bandperiode ben ik gaan optreden als zanger-toetsenist op bruiloften en partijen. Ik pakte het moderner aan dan de gevestigde orde en dat resulteerde in ontzettend veel partijen. Het was een mooi en druk bestaan, maar zonder duidelijk perspectief voor de toekomst. Op een gegeven moment werden de optredens minder en namen DJ’s de rol over van live muziek. Het werd tijd voor mijn andere passie, Amerika.

Nadat onze eerste Amerika reis in 1989 volgden er vele roadtrips en samen hebben we een groot deel van Amerika bezocht. We zijn op plekken geweest waar een gewone toerist niet komt. In Amerika kwamen we huizen tegen die gemaakt waren van boomstammen (log homes) en stoere houten meubels (log furniture). Daar wilde ik iets mee, maar ik wist nog niet precies wat. Ik ben toen begonnen met het maken van log furniture en stond met mijn meubels in de Brabant Hallen op de “Western Experience”. Het eerste bankstel dat ik maakte staat nog steeds in de gezamenlijke ruimte van Melody Ranch.

Het verschijnsel guest ranch (of dude ranch) trok ook onze aandacht. Daarbij krijgen stedelingen de kans om op een echte ranch vakantie te houden, waarbij men o.a. kan overnacht in blokhutten. Via internet heb ik destijds bij diverse guest ranches informatie opgevraagd. De mooiste ranches pikte ik eruit en samen met Henny en de kinderengingen we dan een kijkje nemen op deze ranches. De staten die op onderstaand kaartje blauw zijn ingekleurd hebben we bezocht.

De gemeentelijke hobbels

We waren er al vrij snel van overtuigd dat we iets moesten gaan doen met recreatie. Ik las in onderzoeken dat groepsaccommodaties het goed deden. Dat moest het dus worden, en dan in de stijl van een Amerikaanse ‘guest ranch’. De toenmalige gemeente Den Ham (nu deel van de gemeente Twenterand) had recreatie als speerpunt van beleid. In de structuurvisie had men twee voorkeurslocaties aangewezen voor toekomstige recreatie. Als we wat wilden gaan ondernemen in de recreatie, dan moesten we op één van die plekken grond bemachtigen. We hadden het geluk dat één van die gronden via de ruilverkaveling terechtkwam bij een vroegere buurman van Henny. Die wilde wel afstand doen van zijn grond, we moesten dan elders een groter stuk agrarische grond voor hem kopen.

Voordat we een bestemmingsplan konden laten maken wilde de gemeente eerst een ondernemingsplan zien. De ambtenaar van de gemeente gaf aan dat het geen goed idee was om zelf een ondernemingsplan te maken. Hij adviseerde ons contact op te nemen met ‘Deloitte & Touche’ of een soortgelijk adviesbureau. Ik kreeg het idee dat het briefpapier en het kaftje van zo’n extern bureau belangrijker was voor de gemeente dan de daadwerkelijke inhoud van het plan. Ik nam toch maar contact op met een aantal adviesbureaus. Ik moest ze eerst uitleggen wat een ‘guest ranch’ is en allerlei andere Amerikaanse begrippen. Ik merkte uiteindelijk aan alles dat een dergelijk bureau niet ons plan op papier kon zetten.

We waren er al vrij snel van overtuigd dat we iets moesten gaan doen met recreatie. Ik las in onderzoeken dat groepsaccommodaties het goed deden. Dat moest het dus worden, en dan in de stijl van een Amerikaanse ‘guest ranch’. De toenmalige gemeente Den Ham (nu deel van de gemeente Twenterand) had recreatie als speerpunt van beleid. In de structuurvisie had men twee voorkeurslocaties aangewezen voor toekomstige recreatie. Als we wat wilden gaan ondernemen in de recreatie, dan moesten we op één van die plekken grond bemachtigen. We hadden het geluk dat één van die gronden via de ruilverkaveling terechtkwam bij een vroegere buurman van Henny. Die wilde wel afstand doen van zijn grond, we moesten dan elders een groter stuk agrarische grond voor hem kopen.

We waren er al vrij snel van overtuigd dat we iets moesten gaan doen met recreatie. Ik las in onderzoeken dat groepsaccommodaties het goed deden. Dat moest het dus worden, en dan in de stijl van een Amerikaanse ‘guest ranch’. De toenmalige gemeente Den Ham (nu deel van de gemeente Twenterand) had recreatie als speerpunt van beleid. In de structuurvisie had men twee voorkeurslocaties aangewezen voor toekomstige recreatie. Als we wat wilden gaan ondernemen in de recreatie, dan moesten we op één van die plekken grond bemachtigen. We hadden het geluk dat één van die gronden via de ruilverkaveling terechtkwam bij een vroegere buurman van Henny. Die wilde wel afstand doen van zijn grond, we moesten dan elders een groter stuk agrarische grond voor hem kopen.

Voordat we een bestemmingsplan konden laten maken wilde de gemeente eerst een ondernemingsplan zien. De ambtenaar van de gemeente gaf aan dat het geen goed idee was om zelf een ondernemingsplan te maken. Hij adviseerde ons contact op te nemen met ‘Deloitte & Touche’ of een soortgelijk adviesbureau. Ik kreeg het idee dat het briefpapier en het kaftje van zo’n extern bureau belangrijker was voor de gemeente dan de daadwerkelijke inhoud van het plan. Ik nam toch maar contact op met een aantal adviesbureaus. Ik moest ze eerst uitleggen wat een ‘guest ranch’ is en allerlei andere Amerikaanse begrippen. Ik merkte uiteindelijk aan alles dat een dergelijk bureau niet ons plan op papier kon zetten.

In het woord ondernemingsplan zit niet voor niets het woord ondernemer. Ik was dan ook van mening dat een ondernemingsplan door de ondernemer verteld moest worden, en niet door een extern bureau. Onder het motto ‘eigenwijs is ook wijs’ maakte ik ons eigen ondernemingsplan. Ik had bij externe partijen allerlei financiële informatie opgevraagd t.a.v. verhuurinkomsten van groepsaccommodaties. Het mocht duidelijk zijn dat je met een unieke groepsaccommodatie minstens dezelfde verhuurinkomsten moest kunnen generen. Onze boekhoudster verwerkte deze cijfers in ons ondernemingsplan.

Nadat ik het ondernemingsplan (met mijn eigen ontworpen kaftje) had ingeleverd bij het gemeentehuis gingen daar alle alarmbellen af. De gemeente moest opeens een plan beoordelen op de inhoud en kon zich niet meer verschuilen achter het plan dat was aangeleverd door een professioneel bureau. De ambtenaar wilde zijn vingers niet branden aan het beoordelen van ons plan en stuurde het plan naar ‘Deloitte & Touche’ in Leusden. Het plan kwam terug met allerlei commentaar en een negatief advies. 

De man van onze boekhoudster was (toevallig) een hoge pief bij een andere vestiging van ‘Deloitte & Touche’. Hij had op ons verzoek destijds ook ons ondernemingsplan gelezen. En uiteraard hebben we hem ook het commentaar van zijn collega uit Leusden laten lezen. Hij gaf aan dat ze in Leusden met een horeca bril naar ons ondernemingsplan hadden gekeken. Ik heb vervolgens contact opgenomen met de werkneemster van ‘Deloitte & Touche’ die ons ondernemingsplan had beoordeeld. Ik gaf aan dat ze haar werk niet goed had gedaan. Waarop ze vroeg: “vanwaar die wijsheid?’ Toen ik een tipje van de sluier had opgelicht hoe ik aan deze wijsheid kwam, kreeg het gesprek opeens een totaal andere wensding. Ze stelde een vervolggesprek voor bij ons aan de keukentafel in Den Ham. Ook onze boekhoudster werd uitgenodigd. Het gesprek vond plaats in onze tijdelijke huurwoning, want inmiddels hadden we onze vrijstaande woning verkocht en waren we in het diepe gesprongen. 

Het keukentafelgesprek resulteerde in een tweede advies van ‘Deloitte & Touche’ richting de gemeente: “Als u bang bent dat het de ondernemer te doen is om een leuke woning te bouwen in het buitengebied, laat hem dan eerst de zakelijke gebouwen bouwen en daarna de bedrijfswoning.” Een prima advies waar wij wel mee konden leven. 

Maar de gemeente gaf wederom tegengas. Omdat we in ons ondernemingsplan hadden aangegeven dat er ook zakelijk overnacht zou worden in combinatie met vergadering kwam de volgende vraag van de wethouder: “Geef nog eens precies aan wat de zakelijke inkomsten zijn en wat de recreatieve inkomsten zijn?”. De bewuste wethouder was in het dagelijks leven ook boer. En het is alsof ik aan hem zou vragen wat precies zijn varkensinkomsten zijn en wat precies zijn koeieninkomsten zijn. Ik kon me gelukkig op de tong bijten. We konden wel vaststellen dat de bewuste wethouder geen fan was van onze wild west plannen. Wat wat de boer niet kent……

We hebben de vraag van de wethouder dan ook maar voorgelegd aan het gerenommeerde adviesbureau ‘De Jong & Laan’.  Nadat we de cijfers hadden aangeleverd de diverse documenten van externe partijen ging ‘De Jong & Laan’ voor ons aan de slag. Het adviesbureau veranderde geen cijfer en kwam met een positief advies en de wethouder kreeg antwoord op zijn vraag. We hadden nu twee positieve adviezen van twee onafhankelijke adviesbureaus. Wat kon er nu nog misgaan?

De gemeente stuurde een brief waarin ze aangaven dat ze medewerking wilden geven aan onze plannen. Er zat echter wel een adertje onder het gras. In de brief stond het volgende zinnetje: “Omdat u pas in het derde jaar de volwaardigheid behaald houden we voor wat betreft de bedrijfswoning de vinger aan de pols en mag u pas in het derde jaar de bedrijfswoning realiseren.” 

Ik maakte een afspraak met het college en vroeg waar wij dan zouden moeten wonen. We moesten het bedrijf maar runnen vanaf de huurwoning in het dorp was de reactie.  Ik gaf aan dat ze ons dan niet moesten bellen als door onbehoorlijk gedrag van onze gasten het naastgelegen Zandstuve bos zou afbranden. Ik sprak de wethouder (boer) rechtstreeks aan en gaf aan dat hij toch ook naast zijn dieren woonde en dat hij in geval van calamiteiten ook dag en nacht op het bedrijf aanwezig moest zijn. 

Of we dan niet in een caravan konden gaan wonen op het terrein was de volgende reactie. Waarop ik vroeg wie van het college ooit op een Amerikaanse ranch was geweest. Dat was voor hen niet weggelegd was de reactie. Waarop ik aangaf dat ik nog nooit een witte caravan had gezien op een Amerikaanse ranch. Of ik er dan niet een paar planken tegenaan kon timmeren was de reactie van de wethouder (boer) die tijdens de ruilverkaveling zijn boerderij had verplaats en vergunning voor twee bedrijfswoningen had geregeld voor hem en zijn zoon op de nieuwe locatie. Tja als je dicht bij het vuur zit dan hoef je blijkbaar niet te wonen in een caravan.

Het college had natuurlijk gehoopt dat er op de voorkeur locatie waar wij de eerste koop voor hadden bedongen een groot recreatiebedrijf uit de grond zou worden gestampt. Iets bekends, zoals Landall. De wild west plannen van de enige beroepsmuzikant in het dorp hadden duidelijk niet de voorkeur van het college. Stiekem hoopten ze natuurlijk dat wij het bijltje er bij neer zouden gooien omdat ze wisten dat de bank zich zou terugtrekken als ze de bedrijfswoning uit het plan zouden halen.

Waar het college (waarschijnlijk) stiekem op had gehoopt gebeurde natuurlijk ook. De bank trok zich terug! Uiteindelijk kregen we wel toestemming om de zakelijke gebouwen te realiseren en kregen we voor elkaar dat we niet in een caravan hoefden te wonen. De caravan werd een tijdelijke woonvoorziening. Maar ja daar geef je wel ongeveer hetzelfde geld uit als aan een bedrijfswoning en daar was geen rekening mee gehouden. In die tijdelijke woonvoorziening mochten we ook maar een aantal jaren wonen. We werden gedwongen om creatief om te gaan met de ontstane situatie.

We gingen in overleg met de boer en kochten minder grond dan in eerste instantie gepland en zo hielden we geld over. Op de rest van de grond hielden we recht van eerste koop. We lieten een bestemmingsplan maken en nadat het bestemmingsplan was goedgekeurd (na diverse procedures) konden we eindelijk aan de slag.

Ik besloot (zonder bouwervaring) de gebouwen zelf te gaan bouwen en hiermee konden we besparen. In trad nog steeds op als zanger-toetsenist en Henny werkte ook nog steeds. Een groot deel van ons inkomen stopten we in de zakelijke gebouwen. Henny werkte gewoon mee tijdens de bouw. Zonder enige bouwervaring wisten we samen het eerste gebouw (tijdelijke woonvoorziening) te realiseren. Heden ten dage is dit de gezamenlijke ruimte van de groepsaccommodatie.

Ondertussen gingen we op zoek naar bank die ons wel een hypotheek zou willen verstrekken. We vonden een bankdirecteur die onder de indruk was van hetgeen dat we tot nu toe met eigen financiële middelen hadden gerealiseerd en we kregen een hypotheek. Voor de aankoop van de groepsaccommodatie bezochten we diverse log home bedrijven in Amerika. We kochten het log home pakket uiteindelijk bij een bedrijf uit Pennsylvania. Tijdens deze zakelijke reis reden we nog even door naar Texas om daar lampen en decoratie in te kopen. Dit brachten we naar Pennsylvania en van daaruit werd alles verscheept naar Nederland.

Op de Amerikaanse ranches die we hadden bezocht stond vaak een oude blokhut. Dit noemen ze de ‘homestead’. Daaruit was ooit de ranch ontstaan. Ik wilde ook een dergelijke blokhut bouwen. Ik vond een man in Colorado die op de ouwerwetse manier traditionele blokhutten bouwde en restaureerde. Ik nam contact met hem op en ging een tijdje bij hem in de kost om het vak te leren. Terug in Nederland heb ik van stammen van de Veluwe onze eigen cabin gebouwd, geheel in stijl van de eerste Amerikaanse pioniers. De stammen hebben Henny en ik met de hand geschild en met touwen hebben we de stammen op blokhut getrokken. Alle hoekverbindingen heb ik met een bijl uitgehakt. Ondertussen werkten we ook nog aan de bouw van de schuur. De grote container uit Pennsylvania was inmiddels ook gearriveerd en als een grote legpuzzel paste de massieve balken in elkaar en langzamerhand ontstonden de contouren van de imposante groepsaccommodatie, met karakteristieke veranda’s (nu logiesgebouw).

Auteur: Jan Entjes

Het zaadje is geplant

 

.  

Massieve houten huizen gemaakt van boomstammen, die je o.a. ziet in de Rocky Mountains. Daar wilde ik iets mee, maar ik wist niet precies wat. Meubels maken in die stijl, misschien.”

Ondertussen keek Entjes ook vol belangstelling naar het verschijnsel guest ranch (of dude ranch). Daarbij krijgen stedelingen de kans om eens op een echte ranch vakantie te houden, waarbij men kan overnacht in blokhutten. Via internet heb ik bij heel veel van die guest ranches informatie opgevraagd. De mooiste bedrijven pikte ik eruit en daar ging ik in de vakantie met mijn vrouw Henny en de kinderen Jeffrey en Darryl een kijkje nemen. We waren er al vrij snel van overtuigd dat we iets moesten gaan doen met recreatie. Ik las in onderzoeken dat groepsaccommodaties het heel goed deden. Dat moest het dus worden, en dan in Amerikaanse stijl. Toen ben ik hier eens met de gemeente gaan praten.

De toenmalige gemeente Den Ham (nu deel van de gemeente Twenterand) had in het buitengebied twee locaties aangewezen voor toekomstige recreatie, de gemeente had ook nog eens recreatie als speerpunt. Entjes had het geluk dat één van die gronden via de ruilverkaveling terechtkwam bij een vroegere buurman van Henny. Die wilde wel afstand doen van zijn grond, als Entjes elders een groter stuk agrarische grond voor hem zou kopen. Nu was het zaak de bestemming te wijzigen. Ondanks tegensputteren van de gemeente werd een door Entjes zelf opgesteld ondernemingsplan goedgekeurd. Ook de financiering kwam rond: de bank wilde financieren op voorwaarde dat er een bedrijfswoning bij kwam. Entjes: “Alleen maar investeren in recreatieve gebouwen was geen optie voor de bank. De bedrijfswoning moest ook gerealiseerd worden, dat was het onderpand.”

De plannen leken van een leien dakje te gaan en Jan en Henny verkochten alvast hun huis in Den Ham. Maar daar gaf de gemeente wederom tegengas. Het zit Entjes nog steeds hoog. “Ze hadden natuurlijk gehoopt dat er op deze grond een groot recreatiebedrijf uit de grond zou worden gestampt. Iets bekends, zoals Landall. Maar daar kwam ik met mijn plannen, die ze behoorlijk vaag leken te vinden. En ze waren bang dat ik het enkel deed om een mooie woning in het buitengebied te mogen bouwen. Daarom legden ze de eis op dat ik pas in het derde jaar van de exploitatie een bedrijfswoning mocht bouwen. Toen kon ik de financiering op mijn buik schrijven en daar zaten we in onze huurwoning.”

Maar Entjes is er de man niet naar om bij de pakken neer te zitten. Hij besloot alvast 7.000 vierkante meter grond te kopen en nam een optie op de rest van de grond. “Na veel praten had ik van de gemeente toestemming gekregen om een tijdelijk woonvoorziening te bouwen in de vorm van een schuur / appartement. De noodzaak waarom ik per se bij het bedrijf moest wonen was nog steeds niet overgekomen.”

Zonder enige bouwervaring wist Jan samen met Henny en de kinderen uit Nederlands hout het eerste gebouw te realiseren: de schuur annex woonhuis. Inmiddels was ook een grote container uit Pennsylvania gearriveerd, als een grote legpuzzel paste de massieve balken in elkaar en langzamerhand ontstonden de contouren van de imposante groepsaccommodatie, met karakteristieke veranda’s. Tussen de bedrijven door ging Entjes nog een keer naar Colorado om daar te leren hoe je zelf een traditionele blokhut bouwt. “Ik heb daar geleerd alles met de bijl te doen, er kwam geen motorzaag aan te pas. Terug in Nederland heb ik van stammen van de Veluwe zelf zo’n hut gebouwd, en ook weer alles met de bijl gekapt.”

Uiteindelijk opende de groepsaccommodatie, met capaciteit voor twintig gasten, in 2001 zijn deuren. Het concept sloeg direct aan, vertelt Entjes. “Dankzij internet en het Centrum voor Groepsaccommodaties liep het al heel snel vol. We hadden echt iets anders te bieden dan gebruikelijk. Ons voorgevoel dat mensen altijd op zoek zijn naar iets bijzonders, werd hiermee bevestigd.”

Na drie jaar maakte het bedrijf een nette winst en toen mocht ook de volwaardige bedrijfswoning gebouwd worden. De woning gebouwd van massieve red cedar stammen van 35 tot 50 cm doorsnee werd de eyecatcher van het recreatiebedrijf. Als we in Amerika foto’s van de gebouwen laten zien dan denken ze dat ons bedrijf ergens in Amerika ligt vertelt Entjes. Dan hebben we toch bereikt wat we wilden, een kopie van een Amerikaanse guest ranch. Jan en Henny gingen echter niet uitrusten op één van de grote veranda’s, het was tijd voor een uitbreiding.

Entjes zag mogelijkheden voor een bescheiden vakantiepark met 33 woningen, deze keer werd gekozen voor een Canadese stijl. Samenwerking met een ontwikkelaar strandde na enkele jaren en zorgde voor veel frustratie. Vervelend, want dit keer leek de gemeente bijgedraaid en genegen om mee te werken. Samen met de gemeente stelde Entjes een mooi plan op voor ‘Canada Resort’, met een centrumgebouw, een fraaie vijver en veel aandacht voor het landschap. Het plan tekende Entjes zelf, net als de geplande huizen. Maar nog steeds moest er een ontwikkelaar gevonden worden. “ Ik had een schitterend ontwerp en bood echt iets anders dan de gebruikelijke parken. Met de groepsaccommodatie hadden we al aangetoond dat het werkt, dat deze stijl de mensen aanspreekt. Maar goed, net op dat moment kwam de economische crisis en geen enkele investeerder dorst nog risico te nemen.” Entjes vindt dat goede plannen vroeger of later gerealiseerd moeten worden. Het is dan ook geen toeval dat hij februari vorig jaar in contact kwam met investeerder Derk-Jan Hutten eigenaar van HV Bouwontwikkeling. Die was enthousiast en de twee partners gingen in zee, met O2-Planrealisatie als adviseur. Een gezamenlijke reis naar Canada leverde het ontwerp op voor fraaie houten recreatiewoningen van red cedar. Niet al te groot, want de gemeente stelde 300 vierkante meter als bovengrens.

“Ik dacht echt dat we er nu waren. Ik had een plan, een investeerder, een ontwikkelaar en een aannemer. Het waterschap had al toestemming gegeven voor de vijver. Maar toen ging de gemeente weer dwarsliggen. Want natuurlijk moest er wederom een bedrijfswoning komen voor een beheerder, en een centrumgebouw waar zaken als wellness en horeca ontwikkeld zouden kunnen worden.

O2 heeft een uniek concept ontwikkeld, waarbij de huisjes ook ingericht kunnen worden voor zorgbehoevenden. Daarbij moet worden samengewerkt met een zorginstelling, maar ik moet wel een opslag van materialen en hulpmiddelen bieden. Ook dat vraagt ruimte. Al deze plannen werden door de ambtenaar gewoon van tafel geveegd. ‘Kan niet, mag niet.’ Toen had ik er echt helemaal tabak van. Al die ambtenaren die gewoon maar afwimpelen en nee zeggen tegen iedereen die zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt.” Een telefoontje van de provincie gooide olie op het vuur: De provincie vond Canada Resort bijzonder en passend in het gebied. In de wijde omtrek vind je niet hetzelfde verhaal want daar hebben we al 10 keer genoeg van gezien gaf de provincie aan. Iedereen doet die makkelijke slag. Deze ondernemer zegt ik wil investeren in bijzondere dingen maar wel passend in het gebied. De ambtenaar van de provincie begreep echter niet waarom de gemeente toch bleef vasthouden aan het oude beleid van 250 m3. De provincie kijkt niet meer naar kubieke meter inhoud maten van een recreatiewoning maar naar een gebiedspassende oplossing gaf de ambtenaar aan. Waarom zou je op andere plekken in Nederland mooiere en ruimere recreatiewoningen laten ontwikkelen en zelf blijven vasthouden aan 250 m3. Met als gevolg dat er straks in Twenterand geen toerist komt omdat het daar beneden de maat is, niet luxe genoeg is, of niet specialistisch genoeg is.

Entjes vond dat hij structureel werd tegengewerkt en ondernam een drastische actie: hij maakte een website waarop hij zijn plannen puntsgewijs afzette tegen de gemeentelijke visie op recreatie. De enig mogelijke conclusie: de gemeente heeft de mond vol over recreatiebeleid, maar laat het afweten als het op daden aankomt. Dit zorgde voor reuring binnen de gemeente. Vanuit de politiek kreeg Entjes diverse bezoeken op zijn bedrijf. Mede door inzet van RECRON-regiomanager Jan ten Hoor en de mensen van O2 Planrealisatie kwam de ontwikkeling van Canada Resort op de politieke agenda. Entjes liet het onderhandelen met de gemeente verder over aan O2. Met een verrassende uitkomst: de vakantiehuizen mochten 375 m3 meter groot worden en ook het centrumgebouw en de gebouwen voor onderhoud en beheer mogen volgens plan gerealiseerd worden. Het goedkeuren van het bestemmingsplan is op het moment dat dit artikel verschijnt nog maar een formaliteit, naar verwachting kan volgend jaar juni de eerste schop de grond in. “De aanhouder wint”, stelt Entjes. “We hebben het uiteindelijk toch voor elkaar gekregen.”

De beleving van een Amerikaanse guest ranch in Overijssel

De Melody Ranch is een groepsaccommodatie die heel duidelijk insteekt op de beleving van de hedendaagse Amerikaanse guest ranch. Het complex bestaat uit vier gebouwen. Het begon in 2001 met een groepsaccommodatie voor twintig mensen. De kamers zijn naast elkaar gebouwd en hebben eigen sanitair. Net als in een Amerikaans motel staan ze enkel buitenom, via de veranda, met elkaar in verbinding. Uiteraard zijn de interieurs geheel in stijl, met houten meubelen die voor het grootste deel door Jan Entjes zelf zijn vervaardigd.

Wat aanvankelijk schuur en tijdelijk woonhuis van Jan en Henny en hun twee zoons was, is later verbouwd tot een sfeervolle recreatieruimte met bar en zithoekjes voor de groep. De groepsaccommodatie is inmiddels uitgebreid van 20 naar 28 slaapplaatsen.

Op elke slaapkamer is sanitair aanwezig. Naast het nieuwe woonhuis van de familie Entjes vinden we dan nog een historisch gebouwde Amerikaanse blokhut door Entjes en zijn vrouw zelf op ambachtelijke wijze gebouwd. De blokhut wordt gewoon als appartement verhuurd, los van de groep.

Om de beleving gedurende het verblijf te versterken kunnen de gasten de ’Western games’ boeken met onderdelen als, hoefijzerwerpen, lassogooien en spijkerslaan. De avond op de ranch wordt veelal afgesloten met een kampvuur.